Werkkamer Reinier de Graaf - Wandeling Antoni
Medisch farmaceutisch museum 'De Griffioen’ In dit museum is een historische apotheek te zien en een kamer gewijd aan Reinier de Graaf. De collectie geeft een prachtig beeld van de ontwikkeling in de geneeskunde.
Reinier de Graaf (1641- 1673), arts en anatoom
In 1666 is Reinier de Graaf een internationaal bekend medisch onderzoeker als hij zich als arts in Delft vestigt en hij raakt zeer goed bevriend met de negen jaar oudere Antoni van Leeuwenhoek. Hij heeft baanbrekend onderzoek gedaan naar de bouw en functie van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Hij was daarmee één van de pioniers van de voortplantingsgeneeskunde en is de ontdekker van de later naar hem genoemde 'Graafse follikels' (de ovariële follikel). De Graaf introduceert Van Leeuwenhoek bij de Royal Society of London, de Britse academie voor wetenschappen en dringt er op aan dat hij zijn bevindingen naar de Royal Society stuurt. Niet lang daarna, nog voor de eerste publicatie van Antoni, overlijdt Reinier onverwacht op 32-jarige leeftijd. Hij wordt begraven in de Oude Kerk in Delft.
Animalculisme en ovulisme
Van…
Reinier de Graaf (1641- 1673), arts en anatoom
In 1666 is Reinier de Graaf een internationaal bekend medisch onderzoeker als hij zich als arts in Delft vestigt en hij raakt zeer goed bevriend met de negen jaar oudere Antoni van Leeuwenhoek. Hij heeft baanbrekend onderzoek gedaan naar de bouw en functie van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen. Hij was daarmee één van de pioniers van de voortplantingsgeneeskunde en is de ontdekker van de later naar hem genoemde 'Graafse follikels' (de ovariële follikel). De Graaf introduceert Van Leeuwenhoek bij de Royal Society of London, de Britse academie voor wetenschappen en dringt er op aan dat hij zijn bevindingen naar de Royal Society stuurt. Niet lang daarna, nog voor de eerste publicatie van Antoni, overlijdt Reinier onverwacht op 32-jarige leeftijd. Hij wordt begraven in de Oude Kerk in Delft.
Animalculisme en ovulisme
Van Leeuwenhoek bleef tot het einde van zijn leven aanhanger van het animalculisme (al het leven komt uit kleine diertjes zoals zaadcellen of zaaddiertjes) en vurige bestrijder van het ovulisme (al het leven komt uit een ei). Pas in de 19e eeuw met nieuwe microscooptechnieken wordt aangetoond dat zaadcellen en eicellen samen nieuw leven voortbrengen.