Tim van den Eijk (31) is naar eigen zeggen ‘een trotse Delvenaar’. Voor niet-ingewijden: Delvenaars zijn in Delft geboren, Delftenaren zijn er komen wonen. In die tweede categorie valt Jaber Aldahouk, een Syrische nieuwkomer die hij als een soort ‘gearrangeerde blind date’ leerde kennen, maar die nu een vriend voor het leven is. En aan wie hij maar wat graag iets geeft: “Een gouden klinker voor een gouden toekomst.”
“Ik leid als gids mensen rond in onze mooie stad en daarnaast heb ik samen met een compagnon een tekstbureau. De taal en het verhaal staan altijd centraal bij ons; dat kan dus ook betekenen dat we video’s maken of iets met theater doen. Na een muziektheatervoorstelling raakte ik aan de praat met de oprichtster van Delftse Buur: een initiatief dat nieuwkomers in Delft koppelt aan gevestigde inwoners. Ik was meteen getriggerd. Maar ja, je hebt het altijd druk, heb je wel tijd genoeg om zomaar drie maanden lang minstens eens per week met een wildvreemde op te trekken – want dat moet je dan doen als Delftse Buur. Toen dacht ik: ‘Ja Tim, je vindt altijd overal wat van, maar wat doe je er nou eigenlijk zelf aan? Dit is iets heel kleins, geen heldendaad.’ Ik ging dus op een ‘blind date’ met een nieuwkomer: Jaber.”
Meer dan een buddy
“Jaber is van mijn leeftijd en kwam zo´n twee jaar geleden van Syrië naar Nederland. We spraken af op een terrasje, en het klikte meteen. Hij maakt net als ik ook muziek – speelt bouzouki – en van meet af aan was duidelijk: dit is geen maatje of buddy – nee, dit wordt gewoon een vriend! En dat is hij ook geworden, ik ga met hem precies zo om als met mijn andere vrienden. Hij speelde al gauw mee bij onze optredens, en dat gaf meteen een andere sfeer aan onze muziek, je ontdekt er nieuwe lagen in. Een paar maanden geleden hebben Jaber en z´n vrouw een zoontje gekregen. En weet je wat Jaber zei? ‘Tim, ik weet het: ik ben maar een Delftenaar, maar mijn zoon … is een echte Delvenaar!’
Tim van den Eijk: “Uit zo’n ander land hier een nieuw leven beginnen, een heel andere taal leren: dat getuigt van lef en moed! Ik heb enorm veel bewondering en respect voor Jaber.”